
Een goede vriend van mij zat thuis op de bank. Hij is oud en de beperkingen nemen toe. Niet alleen fysiek, ook de angst. Angst voor corona. Angst dat er niemand meer zal zijn die voor hem kan zorgen. “En als je zou verhuizen naar een huis waar zorg is?”, vraag ik. Hij wendt zich verontwaardigd, bijna boos, tot mij: “Dan ben ik niet alleen mijn vrijheid maar ook mijn identiteit kwijt!”. De situatie voelt voor hem als een gevangenschap: machteloos. Het drukt hem terneer. Is zijn identiteit, wie hij in wezen is, zò verbonden met zijn vrijheid? Geen vrijheid = geen identiteit?
“Wie ben ik nog als ik niet kan gaan en staan waar ik wil?”. Die vraag kan ook in deze tijd van corona-crisis opspelen. Of, eerder al, in ziekte of ernstige fysieke beperkingen. Je bent afhankelijk geworden, de controle kwijt. Wat doe je dan? Wie ben je nog? Is het dan ‘over en uit’? Wat is de zin van het leven dan nog?
Het is een heel wezenlijke vraag. En goed dat wij die ook aan onszelf stellen. Wie ben ik (nog)? Waarin ligt mijn betekenis? Deze vraag mogen we juist nu ook in het licht van Pasen beantwoorden. Wij zijn gekocht en betaald door het bloed van Jezus (1 Kor. 7:23), eindeloos veel meer waard dan een mus (Mat. 10:29-31), hebben eeuwig leven (Joh. 3:16), wij mogen kind van God worden genoemd (Joh. 1:12-13) en nog veel meer. Die woorden van Jezus, die waarheid van Jezus, neemt niemand ons meer af.
Ik moest denken aan Paulus en Silas die gevangen genomen waren (Handelingen 16), hun voeten in het blok in de diepste kerker. Uitzichtloos? Middenin de nacht baden zij en zongen Gods lof. Door een zware aardbeving gingen de deuren open en lag de vrijheid voor hen. Wat was hun reden om te loven? Hoe kan het dat zij zongen in hun ellende? Ten diepste, denk ik, hun identiteit in Jezus Christus.
Soms moet ik mijn eigen ziel (en ook weleens mijn eigen zieligheid en zelfmedelijden) toespreken om God te loven om wie ik ben in Zijn Zoon – het besef van een grote, diepe rijkdom van binnen. Ook als mijn omstandigheden miserabel of moeilijk zijn. Ik denk aan dat oude lied, Opwekking 75: “Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg dat Ik (Jezus) Gods heil doe zien” (Psalm 50:23).
Laten we ook zo elk én samen deze corona- (en andere)crisis tegemoet treden en daar zingend dòòrheen gaan.